zondag, 01 maart 2020

Maart 2020 - Maakt de Nederlandse ouderenzorg genoeg winst?

In mijn vorige bijdrage heb ik uitgelegd dat “kwaliteit” en niet “winst / dividend” het probleem is van de Nederlandse zorgsector en dat een verbod op winst / dividend contraproductief zal zijn voor de sector. In deze bijdrage wil ik een stap verder gaan en een pleidooi houden dat er in de zorgsector niet genoeg winst wordt gemaakt en dat - zeker in de ouderenzorg - de winsten flink omhoog moeten.

In de ouderenzorg moet in de komende tien jaar minimaal €5 miljard geïnvesteerd worden in renovatie en transformatie van bestaande locaties en het ontwikkelen van tussen de 30.000 en 70.000 nieuwe verpleeghuisplekken. De meeste van deze investeringen zullen gedaan moeten worden door de bestaande (non-profit) zorgorganisaties. Helaas zal dit met hun huidige winstgevendheid zo goed als onmogelijk voor hen zijn. Dit kan geïllustreerd worden door een analyse van de exploitatiecijfers van de elf grootse aanbieders van ouderenzorg in Nederland:

  • In 2018 hadden de elf zorgorganisaties een totale omzet van €3,4 miljard (bijna 20% van de totale omzet van de sector). Ze hadden volgens hun jaarrekeningen allemaal een positief resultaat  (gemiddeld 1,6% van de omzet). Dit is lager dan de gemiddelde van de sector (2,2%)
  • De afschrijvingen in de rubriek bedrijfsgebouwen waren in 2018 gemiddeld 3,6% van de aanschafwaarde. Dit betekent een gemiddelde afschrijvingsstermijn van bijna 30 jaar. Deze termijn is historisch gezien wellicht verklaarbaar, maar onrealistisch lang gegeven de hogere eisen voor kwaliteit van zowel cliënten als de overheid en de noodzaak voor modernisering van grote aantallen bestaande verpleeghuizen
  • Een correctie van de financiële resultaten op basis van een kortere afschrijvingstijd van bijvoorbeeld 20 jaar zou een dramatische verslechtering van de financiële resultaten betekenen. De gemiddelde winstgevendheid van de elf grootste aanbieders wordt daardoor gehalveerd (van 1,6% naar 0,7%), en vijf van de elf zorgorganisaties zouden 2018 hebben afgesloten met een verlies.

 Dit betekent dat deze organisaties geen reserves opbouwen voor de aanzienlijke investeringsopgaaf en dat banken de investeringen van deze organisaties niet of nauwelijks zullen financieren. Dit werd recent bevestigd in een gesprek met een relatief grote zorgorganisatie. Deze organisatie moet in de komende jaren circa €100 miljoen investeren in vastgoed maar verwachten niet dat dit gefinancierd zal worden door banken, vooral omdat de huidige rentabiliteit te laag is (zeker in relatie tot bestaande schuldpositie).

Om de komende investeringen te kunnen realiseren, moeten de Nederlandse zorgorganisaties winstgevender worden, ook bij realistische afschrijvingstermijnen voor het vastgoed. Dit zal niet eenvoudig zijn maar de volgende maatregelen kunnen bijdragen:

  • Overheid overtuigen om hogere tarieven te geven, zonder de verplichting de middelen te besteden aan meer medewerkers;
  • Omzet verhogen door het ontwikkelen van nieuwe diensten;
  • Strategisch portfolio analyse om inzicht te krijgen in welke activiteiten / locaties een positieve (financiële) bijdrage en welke een negatieve bijdrage geven aan de zorgorganisatie;
  • Kosten verlagen door verhogen van de efficiency en effectiviteit van activiteiten op alle niveaus van de organisatie en inkoop te professionaliseren en verbeteren ;
  • .

Zorgorganisaties kunnen ook andere manieren zoeken voor het financieren van hun bestaande te nieuw te bouwen vastgoed. Voorbeelden zijn sale and leaseback of build and leaseback. Ook voor deze financieringsvormen is een gezonde exploitatieresultaat noodzakelijk.

De jaarrekeningen over 2019 worden komende tijd gepubliceerd. Het zal interessant zijn om te zien of het de sector lukt om hogere marges te realiseren.